Bron : Schoolit.beΒ –Β Β –Β
βEen digitaal bord als leermiddel kan een meerwaarde zijn voor het lerenβ
De digitalisering van het onderwijs kreeg met Digisprong een boost, voornamelijk met investeringen in laptops en tablets. Schoolit en CTOUCH brachten zes experts uit het onderwijsveld rond de tafel om te praten over het nut en de rol van digitale, interactieve borden in het klaslokaal. In dit eerste deel bespreekt het panel de belangrijke rol van de leerkracht.
Dit artikel is het eerste stuk in een driedelige reeks rond digitale borden. Je vindt alle artikelen terug op dezeΒ themapagina.
Een touchscreen of interactief bord in een klas lijkt een evidentie, maar is dat ook zo? We vielen meteen met die vraag in huis. βWat mij betreft is dat niet zoβ, zegt Filip De Pril. Voor de directeur ICT van de GO! Scholengroep Brussel hangt het gebruik van dergelijke borden af van de klassituatie. βZeker in het basisonderwijs kan dit een meerwaarde zijn voor de les. Wanneer het enkel dient om iets op te projecteren, wat vaak het geval is in het secundair onderwijs, dan is het alleen een duur toestel.β
Panel:Β Bertien Boon (ICT-coΓΆrdinator TA Halle), Filip De Pril (directeur ICT GO! Scholengroep Brussel), Joost Dendooven (pedagogisch begeleider Katholiek Onderwijs Vlaanderen, Peter De Deyn (IT-adviseur scholen Broeders van Liefde), Louise Van Lint (verantwoordelijke Google for Education Be-Lux), Rhys Duindam (innovation manager CTOUCH). Locatie rondetafel: RWDM-stadion te Brussel in samenwerking met Marcelis.
Focus op gebruik
βHelemaal akkoord, je moet altijd rekening houden met de klascontextβ, vult Joost Dendooven aan. Hij is als pedagogisch begeleider in hetΒ Katholiek Onderwijs VlaanderenΒ dagelijks bezig met nieuwe technologie. βHet is een leermiddel dat perfect als ondersteuning kan dienen in een klas, op voorwaarde dat het een meerwaarde is voor het leren. Alleen weten heel veel leerkrachten niet wat de mogelijkheden zijn, of hoe ze met die toestellen moeten werken.β
Volgens Joost kunnen traditionele krijt- of stiftborden nog altijd hun plaats opeisen in het hedendaagse onderwijs. βDat is gewoon zo, ook al klinkt dat van ons misschien vreemdβ, pikt Rhys Duindam, innovation manager bij CTOUCH, in. βHet is uiteindelijk slechts een tool en het ligt aan de leerkracht om te bepalen wat ze ermee willen doen. Daarom is het belangrijk om niet zomaar iets in een klas te zetten net omdat het een nieuwe technologie is. Er moet worden over nagedacht.β
Voor het gebruik van een digitaal bord, moet altijd rekening worden gehouden met de klascontext.
Joost Dendooven β Pedagogisch begeleider Katholiek Onderwijs Vlaanderen
Nieuwe klasopstelling
Sinds enkele jaren denken organisaties en scholen na over hoe een klas er moet uitzien. Zeker in het lager onderwijs, waar leerkrachten inzetten op hoekenwerk, is de functie van een bord niet langer dezelfde als tien jaar geleden. βWe hebben die evolutie ook in onze school gezienβ, gaat Bertien Boon, ICT-coΓΆrdinator Technisch Atheneum Halle, verder. βEen bord is een element in de architectuur van een klaslokaal.β
βNaarmate scholen evolueren en de rol van de leerkracht verandert, moeten de borden andere dingen kunnen en andere werkvormen ondersteunen. Die verandering zet zich ook door in secundair onderwijs waar leerlingen op sommige momenten meer collaboratief werken of wanneer ze technieken leren en dingen maken. Vaak hebben borden op dat moment niet een meerwaarde in de klas.β
Een andere klasopstelling is volgens Bertien Boon logisch. βKinderen komen uit de kleuterklas en daar kennen ze hoekenwerk, rondlopen en βik kies wat ik ga doenβ. Plots komen ze in het eerste leerjaar, waar de klassieke opstelling heerst. Pas in de derde graad basisonderwijs wordt terug gesproken over flexwerking. De leerlingen kenden op zich het principe al en ik verwacht dat de evolutie naar een flexibelere klasopstelling nog meer ingang zal vinden.β
Regierol leerkracht
Bertien haalde het al even aan, de rol van de leerkracht evolueert. Ook Joost Dendooven schaart zich achter de ICT-coΓΆrdinator uit Halle. βDe regierol van de leerkracht is in die flexibele klasopstelling heel belangrijk. Met de blik op het digitale ben ik van mening dat we moeten groeien naar een nieuw profiel van leerkracht. Die leraar moet de digitale competenties bezitten, ongeacht wat er nog van digitale leermiddelen of tools op de markt zal komen.β
Het is dus aan de leerkracht om, met een kritische blik, te kijken naar de eigen klascontext. Op die manier moet de leerkracht kunnen bepalen welk digitaal materiaal, inclusief digitale en interactieve borden, een waardevolle ondersteuning kan zijn voor de les. βEen digitale tool heeft pas meerwaarde wanneer de basisdidaktiek van de leerkracht ook goed zit. Als een leraar moeite heeft met het lesgeven, dan zal een hoogtechnologisch digibord geen hulp zijn.β
De technologie van digitale borden heeft meer mogelijkheden in het lager dan in het secundair onderwijs.
Filip De Pril β ICT-directeur GO! scholen Brussel
Digitaal duurzaam
Enkele jaren geleden kregen scholen vanuit Vlaanderen (en Europa) middelen die voornamelijk zijn geΓ―nvesteerd in netwerken en leerlingentoestellen. De onderwijsminister vroeg van de scholen om een ICT-beleid uit te werken. βVoor de technische zaken kan dat, maar voor de pedagogische kant bestaat er eigenlijk al een visie en dat is het schoolbeleidβ, legt Dendooven uit. βDe vraag is hoe het digitale verhaal daar een plaats in krijgt. Het gevaar door de commercialisatie van Digisprong schuilt erin dat scholen één bepaald ondersteuningsplatform kiezen. Dat kan leiden tot βsiloscholenβ waardoor de leerkracht niet meer de eigenaar is van hoe zijn les vorm krijgt.β
βIk ben het daar niet mee eensβ, laat Peter De Deyn weten. βDe context van de ondersteuning speelt ook een rol. De mensen die ondersteuning bieden, kan je niet in alles expert laten worden. Daar is gewoon te weinig tijd voor. EΓ©n van de problemen die het optimaal gebruikvan de schermen in de weg staat, vooral in het secundair onderwijs, is dat een leerkracht er vaak moet hoppen van klas naar klas. Als er dan inelk lokaal een ander of zelfs geen bord staat, kan dat een probleem zijn voor de manier van lesgeven.β
Core business van de leerkracht
Opleiding is een noodzakelijke voorwaarde voor goed gebruik van digitale middel.. Zonder die opleiding is het moeilijk om iets nieuws te integreren. βHet is simpel: de meeste leerkrachten zijn geenΒ geeksβ, aldus Peter De Deyn. βZij willen niet testen, maar gewoon de tool gebruiken. Het moet direct werken, zonder dat er veel bij komt kijken. Want hunΒ core businessΒ is lesgeven in geschiedenis, aardrijkskunde of wat dan ook.β
βHet gevaar is hier dan weer dat leraren durven vergeten om na te denkenβ, werpt Joost Dendooven op. βDat is soms ook het geval wanneer het om hun les gaat. Een methode is heel gemakkelijk, maar daardoor bestaat de kans dat leerkrachten minder reflecteren over de doelen die ze in de focus plaatsen vanuit hun klascontext. De regie moet bij de leerkracht liggen. Of dat nu is rond digitale borden of ChatGPT: ze moeten erover nadenken hoe die technologie een meerwaarde kan zijn in hun klas.β
Grotere functie in basisonderwijs
Onder de panelleden heerst overeenstemming over de gebrekkige kennis over digitale borden. Er is volgens hen ook een groot verschil tussen het lager en secundair onderwijs. βDe technologie heeft bijzonder veel mogelijkheden in het basisonderwijs, meer dan in het secundairβ, vindt Filip De Pril. βNet omdat het één leerkracht is die continu met die klas bezig is en steeds van voortbouwen op wat de leerlingen al kennen.β
De ICT-directeur geeft meteen een voorbeeld. βEen leerkracht gebruikt vaak bordschemaβs. Het is belangrijk om dat schema gemakkelijk te kunnen meegeven met de leerlingen. Vroeger moest je wachten tot iedereen dat schema had overgeschreven. Met de nieuwe technologie kan een leerkracht eenvoudig een pdfΒ trekkenΒ en doorsturen naar de leerlingen. Dit kan zorgen voor gebruiksgemak Γ©n vooral tijdwinst.β
De nieuwe technologie moet worden ingezet als middel om de pedagogische doelstellingen anders en beter te bereiken.
Louise Van Lint β Google for Education BelgiΓ«-Luxemburg
In het basisonderwijs hebben de meeste klassen dan ook een digitaal bord, aldus De Pril. Of de leerkracht het goed gebruikt, is een andere discussie. βEr zijn zeker voldoende kansen, op voorwaarde dat de leerkracht bereid is los te komen van enkel maar bordboeken projecterenβ, zegt Joost Dendooven. βDat is een uitdaging want leerkrachten durven wel eens honkvast te zijn.β
Kostprijs vs functie
Volgens Peter De Deyn ligt naast het gebruik door de leerkracht nog een element aan de basis van de implementatie. βOmdat er in de basisscholen steeds vaker hoekenwerk wordt verricht, is een kleiner digitaal scherm voldoende. Zo een scherm is uiteraard een stuk goedkoper dan een groot toestel dat in een secundaire school staat. Daarnaast was en is het wisselen van de klas door de leerkracht in sommige scholen een hinderpaal.β
Volgens De Deyn is de interactiviteit aan het bord ook een probleem. βIn sommige scholen is dat opgelost door de leerkracht met een stylus te laten werken. Zo kan de leerkracht het bord van overal bedienen. Daar ligt volgens mij de meerwaarde omdat de leerkracht de interactiviteit meeneemt naar de volgende klas.β Bertien Boon beaamt volmondig. βHet voordeel is ook dat leerkrachten hun eigen toestel gebruiken via eShare. Dat is een groot gemak voor de leerkracht.β
βIn het lager onderwijs gaat de aandacht van de leerlingen naar waar de leerkracht staat. Dus is het logisch dat die vooraan blijft staan. Maar in het secundair kunnen de leerlingen het cognitief wel aan dat de leerkracht achteraan staat. Wat ook meespeelt is dat leerlingen in het secundair een eigen laptop hebben. Dat is in het lager niet het geval. Zelfs in de derde graad hebben niet alle leerlingen een toestel. En dus kunnen de mogelijkheden van digitale borden er beter worden benut, besluit Bertien Boon.
Zes personen, zes invalshoeken: dat was de insteek van het rondetafelgesprek. Wanneer het op over het nut en de rol van digitale schermen gaat, kan komt de rol van de leerkracht nadrukkelijk in beeld. Voor de gesprekspartners is het duidelijk: de context waarin het bord gebruikt zal worden, bepaalt grotendeels het nut ervan. Om helemaal van een succesvolle integratie te spreken, is het belangrijk om de gebruiker (de leerkracht) goed op te leiden. Dat is meteen de insteek van het tweede deel van het panelgesprek.
Dit is een driedelige redactionele samenwerking met CTOUCH en Marcelis. Je vindt alle artikelen op dezeΒ themapagina. Voor meer informatie over de digitale borden van CTOUCH kan je terecht op hunΒ website.
Interactieve borden in het lager en secundair onderwijs
Prijs en levensduur prioriteit bij aankoop digitaal bord
βToestellen moeten vooral langer meegaan dan de garantieβ . De digitalisering van het onderwijs kreeg met Digisprong een boost…
Opleiding rond gebruik digitale borden van onschatbaar belang
βHet onderwijs heeft nood aan leerkrachten die elkaar inspireren om nieuwe dingen te implementerenβ. De digitalisering van het onderwijs kreeg met Digisprong een boost…